Naar Dugi Otok en Mljet 2006 Route

Twee weken zeilen en alles achter je laten. Ons schip was een Bénéteau Oceanis 373 en de volledige route vind je hieronder. Grote afstanden: van Split naar Dugi Otok, vervolgens naar beneden naar Mljet, en weer terug naar Split. Bij elkaar naar schatting zo’n 300 NM, ruim 550 kilometer. De trip was een mengeling van bekende en nieuwe plekjes.

Het weer was wisselend. We begonnen met prachtig zonnig weer, vervolgens werd het een aantal dagen wisselend bewolkt en fris. De tweede helft van de tweede week was het wel weer lekker zonnig. Gelukkig betekende dit geen gebrek aan wind. Veel noordelijke wind (Bura, Tramontana en Maestral). Meestal 10 – 15 knopen, een enkele keer heftiger (30 – 40 knopen). Onze topsnelheid was 9,2 knopen, niet slecht voor zo’n schip.

Telašćica (Uvala Mir) – Tribunj

Als we ’s ochtends wakker worden is het rustig. De barometer staat nog steeds laag (981) maar er is een zonnetje en nauwelijks wind. Omdat de langere termijn weersverwachting voor het noordelijk kustgebied niet zo gunstig is, besluiten we ons weer in Z richting te begeven.

Rond 10:00 bevinden we ons in het smalle kanaal tussen Kornati en Katina. Voorzichtig manoeuvreren met een gangetje van maximaal 2 knopen, want het is op sommige plaatsen minder dan 3 meter diep en wij hebben een diepgang van 1,80 meter. Volgens de Pilot Guide moeten we de kant van Kornati houden. Dat klopt aardig, behalve in de laatste bocht… Ik zie de dieptemeter snel teruglopen van 5 naar 2 meter. In een snelle reactie druk ik de gashendel vol achteruit. Tegelijkertijd gooi ik het roer om naar bakboord, richting open water.

Eventjes horen we een schurend geluid en wordt de boot iets opgetild. Mijn hart slaat een slag over. Komen we vast te zitten? Welke schade lopen we op? Het duurt gelukkig maar een fractie van een seconde, dan zijn we over de ‘drempel’ en glijden dieper water in. Een snelle inspectie onder de vloerpanelen in de kajuit laat zien dat we geen water maken. Ik haal opgelucht datum. Bij eerste gelegenheid inspecteren we de onderkant van de kiel. Een aardige kras, maar duidelijk niet de eerste en waarschijnlijk ook niet de laatste.

Thomas Siffer heeft ooit geschreven dat iedere zeiler die zegt dat ‘ie nog nooit aan de grond is gelopen, een leugenaar is. En anders zal het nog gebeuren… Eindelijk hoor ik er ook bij.

De schrik is snel vergeten als we ten NO van Žut gezelschap krijgen van 3 dolfijnen. Ze blijven geruime tijd in de buurt. Dat is al de tweede ontmoeting! En de dolfijnen brengen ook iets anders mee: de wind. Op een briesje van 6 – 8 knopen uit richtingen variërend tussen ZW en NW varen we in NO richting naar Murter. In de Murtersko More staat echter een stevige deining. Daardoor wordt het alsnog een zware en oncomfortabele middag. Tegen het einde van de middag komt Tribunj in zicht en rond 18:00 uur leggen we het schip op een van de laatste vrije plekjes in de jachthaven van Tribunj. ’s Avonds kijken we even rond in het stadje, maar neem maar van me aan dat je daar snel uitgekeken bent.

Levrnaka – Telašćica (Uvala Mir)

Het blijft de hele nacht stevig waaien. ’s Ochtends om 03:00 uur check ik of we nog goed vastliggen, en dat is gelukkig het geval. Ik blijf even aan dek om de prachtige Melkweg te bewonderen. Heerlijk, zo ver van de dichtstbijzijnde nederzetting. Het enige licht is een maansikkeltje en de ankerlichten van de schepen in de baai.

De barometer daalt gedurende de nacht van 995 naar 983. Hoewel redelijk beschut, is Levrnaka geen echt goede plek. ’s Ochtends waait de ZO-wind al vroeg met 15 – 20 knopen. Dat belooft wat voor de rest van de dag. Het Marine Weather Center bevestigt dat: stormwaarschuwing met wind tot 50 knopen. Dat is windkracht 10, en daar hebben we niet echt zin in. Na een snelle krijgsraad besluiten we ons heil iets verder noordelijk te zoeken, in Telašćica. Om 09:00 uur verlaten we Levrnaka. Met 20 knopen wind in de rug zijn we in een uurtje in het nationale park. Beschutting vinden we in Uvala Mir, de baai van de vrede. Die doet z’n naam eer aan.

Omdat de weersvoorspelling aangeeft dat de wind later op de dag naar NO zal draaien, pakken we een boei op aan de N-kant van de baai. Eerst liggen we alleen, maar als de wind begint te draaien haasten andere jachten om zich bij ons te voegen. In de middag meldt het Marine Weather Center dat de storm boven de centraal-Adriatische kust (ter hoogte van Vis, Brač en Hvar) naar het NO is afgedraaid. We ontspringen mooi de dans.

We maken er een rustige dag van. Een deel van de bemanning gaat aan land om het nationale park te bewonderen. Verder wordt er gezwommen en gesnorkeld. ’s Avonds hebben we telefonisch contact met een bevriende schipper. Hij zit op Vis, en zij hebben vandaag de volle laag gekregen. Ook uit Hvar horen we berichten: Tijdens de storm zijn diverse boten op drift geraakt. De afmeer-ringen werden gewoon uit de kademuur getrokken, en diverse schepen lopen behoorlijke schade op. Wij komen er vanaf met een stevig onweer aan het eind van de middag. Dat is snel genoeg weg om ons een prachtige zonsondergang te bezorgen.